Kunstpakket 25
Hoe put je het maximale uit de middelen die je als kunstenaar benut? Hoe tast je de grenzen van het ruimtelijk kader binnen een tweedimensionaal vlak af? De composities van de kunstwerken in dit ensemble proberen de uitersten te verzoenen. Begin en einde van de formatie worden verlegd, zodat de kunstbeleving in alle rust kan gedijen.
In de drie werken van Willy De Sauter (°1938) zie je goed deze devotie ten opzichte van de lijnvoering. Het trekken van een lijn is een attitude, een houding tegenover het creatieproces dat met precisie en in volle betrokkenheid wordt uitgevoerd. In het werk uit 1979 benadrukt de kunstenaar het consequent keurig herhalen van rasterlijnen. In elk hokje bevindt zich een verticaal streepje, schijnbaar willekeurig geplaatst, maar met precisie neergezet. De eenmalige zeefdruk met het 4-delige raamwerk (1989), bestaande uit zwarte randen op een wit bleke achtergrond, getuigt van de heldere relatie met een mogelijk architecturaal kader. Het werk manifesteert een schijnbaar visuele leegte. Tot slot trekt De Sauter een groene horizontale lijn die hij verbreedt tot een rechthoekig vlak binnen een monochroom krijtvlak vol nuances en raffinement (1992). Het achterwege laten van concrete titels bevestigt het radicaal minimalisme van zijn werken. De leesbaarheid van zijn werken bestaat letterlijk uit verschillende lagen, zodat betekenisgeving persoonlijk blijft.
Hoe de materie samen met een ruimtelijk kader naar een evenwicht zoekt, zie je ook in de tekeningen van Paul Gees (°1949). Deze kunstenaar verbeeldt de fysieke weerstand van materie en vorm in de ruimte. Normaal gezien vervaardigt hij tekeningen ter voorbereiding van zijn installaties, maar in dit ensemble staan de tekeningen op zichzelf en blijven ze autonoom. Met de delicate opstelling van een compositie binnen een welbepaald terrein, lijkt hij de natuurkrachten te willen trotseren. Ook hier blijven de titels achterwege. Op de eerste tekening (2001) krijg je oranje-bruine parallelle verticale stroken die onderaan overlapt worden door vormen die als stenen de illusie van zwevende zwaartekracht suggereren. In de tweede tekening (2006) zie je eveneens een weerspiegeling van het complot tussen natuur en cultuur waarbij de grenzen van de natuurwetten worden opgezocht.
Ondanks de gespannen tegenstellingen herdefiniëren deze kunstenaars de kunstbeleving tot een ingehouden visuele rust, vanuit een sober gevoel voor eenvoud en ambacht.