Kunstpakket 21

In dit kunstpakket blijken de kunstenaars allemaal gedreven door de studie naar het weergeven van een waarachtige stofsuggestie. Daar waar vroeger in de kunstgeschiedenis studies en schetsen tot het voorbereidende werk behoorden, zien we in deze hedendaagse kunst dat dit net onderdeel wordt van het kunstwerk als eindproduct.

Jacques Charlier (°1939) geeft de vezels weer van een tapijt op een voorgeschilderd canvas. Op deze manier geeft hij met zekere ironie een andere invulling aan het concept “wandtapijt.”

Hugo Duchateau (°1938) speelt in zijn kleurenstudie met voor- en achterplan in het beeldvlak: het contrast tussen de vage omtreklijnen van een grote kleurmassa enerzijds en de heldere scherp weergegeven kleine rechthoekjes anderzijds, laten ons in het ongewisse wat achtergrond en wat voorgrond is.

De tekening van een installatie die onder spanning staat en elk ogenblik lijkt te kunnen terugveren, maar hiervoor de ruimte niet krijgt, maakte Paul Gees (°1949) met een variatie van verschillende technieken.  Het stalen frame van zijn muursculptuur zorgt voor een donkere achtergrond waartegen het drama tussen stenen en houten balkjes plaatsvindt. De veerkracht van het hout wordt samengebald door de massa van de stenen.

Het spel tussen voor- en achtergrond komt ook tot uiting in het schilderij van Urbain Mulkers (1945- 2002). De lichtreflectie en schaduwpartijen waar de linten afwisselend onder mekaar verdwijnen benadrukken het 3D-effect in het vlechtwerk.

Zijn zeefdruk draait hier ons verwachtingspatroon om: Mulkers maakt van het versierde kader het kunstwerk dat naar voren springt. Het beeldvlak in het midden blijft een vacuüm en deint naar de achtergrond.

In het fotografisch werk van Jan Yoors (1922 – 1977) staan de donkere silhouetten op de voorgrond in contrast met het licht in de achtergrond. De lijnen en diagonalen van de schuiftrompetten en de ellebogen fungeren als vluchtlijnen waarvan het vluchtpunt zich buiten het beeldveld bevindt.