Kunstpakket 20

“De ware kunstenaar is degene die twijfelt of hij kunst maakt.”

In het werk van Piet Stockmans (°1940) ‘Krimp Kegel’ uit gips vervaardigd (2013) komt de zoektocht naar het kunstenaarschap tot uiting. Stockmans maakt duidelijk dat kunst gaat om materiaal dat alleen door de mens getransformeerd kan worden tot iets anders.

Hugo Duchateau (°1938) onderzoekt de werktuigen zelf van zijn kunstenaarschap. Zo is het grafietpotlood een onmisbaar instrument. Wat kan je allemaal met potlood doen als kunstenaar?

Bij Ado Hamelryck (°1941) zien we het grafiet gebruikt worden in combinatie met voegpasta en bordverf. Het resulteert in een spel van dansende kronkels die zich door mekaar strengelen.

Ook in de tekening van Urbain Mulkers (1945 – 2002) staat het gebruik van grafietpotlood centraal. Mulkers neemt een lijn, wat bij voorbaat een tweedimensionaal element is, en plaatst deze op driedimensionale wijze in een ruimtelijk kader vol secuur getrokken parallelle diagonalen. Hierin krijgt de potloodlijn namelijk een schaduw. (1979)

In zijn ander werk in dit kunstpakket, verwerkt Duchateau verschillende lagen blauwe verf die bovenop mekaar liggen alsof het druppels water zijn die zachtjes doorsijpelen op een canvas. (1998) In een derde werk, verrast Duchateau ons met een canvas dat geschilderd wordt en waarvan het gekartelde deel met touw wordt samengehouden. De waarheidsgetrouwe weergave is scherp en precies, ook eigen aan het werk van deze meester.

De zeefdruk van Vincent Van Den Meersch (1912 – 1996) laat de analytische kunstenaarsblik zien op de deformatie van constructieve ruimtelijke elementen. Het witte lijntje tussen de zwarte gekantelde figuur en de oranje-rode omgeving zorgt voor de suggestie van volume in een vlak kader. (1974)