Kunstpakket 18

Het lijkt wel een blauwe waterval voor een impressionistisch beeld van een landschap. Toch wil Hugo Duchateau (°1938) geen voorstelling van de natuur rondom ons weergeven. Het gaat hem om de schilderkunst en hoe deze op zichzelf kan staan zonder naar iets anders te verwijzen. Duchateau laat de verf van het canvas lopen en wacht op wat het toeval hiermee doet.

De kleur- en lichtverglijdingen van Urbain Mulkers (°1945 – 2002) liggen in het verlengde van deze visie op kunst. In alle eenvoud bewijst Mulkers hoe je in een abstract werk met enkel verf op doek, toch diepte kan creëren.

Ook Paul Gees (°1949) houdt van eenvoud. Hij assembleert en bricoleert beeldhouwwerken die autonoom op zichzelf staan. De klare lijn en heldere samenstelling van pure materialen als hout en steen dragen hiertoe bij.

Vincent Van Den Meersch (1912 – 1996) staat bekend om zijn abstract werk en zou dus perfect in dit rijtje passen. Toch voegen we in dit kunstpakket werken toe die ook andere accenten leggen. In de geo-compositie (1970) ontmantelt hij de landschappelijke omgeving in geometrische figuren. Door de eenvoudige maar krachtige kleurencompositie benadrukt hij het contrast tussen de hoger en lager gelegen componenten. De schaduwwerking draagt bij aan deze diepte-illusie.

“Madonna” (1950) is een vroeger werk van Van Den Meersch dat naturalistisch overkomt: een, weliswaar vereenvoudigde, realistische voorstelling, die enerzijds de innige band tussen moeder en kind uitdrukt, maar niet zonder de rauwheid en het verdriet van het leven te erkennen. Het contrast tussen de voor- en achtergrond van het landschap draagt bij tot de atmosfeer van dit tafereel.

Ook Jan Yoors (1922 – 1977) laat in zijn foto’s een opmerkelijke aandacht zien voor mens en maatschappij. Zijn documentaire beelden van de straten van New York vallen op door het contrast in de zwart-wit fotografie. Beide dames worden in profiel op de gevoelige plaat gelegd, zonder dat ze zich bewust zijn van het feit dat ze geportretteerd worden.