Kunstpakket 16

Waar vangt kunst aan? Waar begint of stopt een object met het zijn van kunst?

Vincent Van Den Meersch (1912 – 1996) analyseert en ontmantelt de landschappelijke omgeving in verschillende geometrische figuren. De ene keer doet hij dit vanuit vogelperspectief, de andere keer vanuit kikkerperspectief. Het spel van licht- en schaduwwerking zorgt voor een sterkere diepte-illusie van de verschillende architecturale componenten.

Bij Hugo Duchateau (°1938) ervaren we de bijna fysieke gewaarwording van de transparante gelaagdheid van naar beneden druipende verf. Duchateau grijpt hier als kunstenaar niet in, hij laat het druipen gebeuren. Voor Duchateau is dit een actief bewustzijnsproces, een stilstaan en bezinnen bij wat verf is en wat het toeval ermee doet.

In “Schilderij blauwe zee” (1973) zorgen de kleur- en lichtverglijdingen voor deining van het water. Hoewel de titel van dit werk suggereert dat het een nabootsing van de werkelijkheid is, namelijk het wateroppervlak van de zee, pleit Urbain Mulkers (1945 – 2002) ervoor dat een kunstwerk het recht heeft om zichzelf voor te stellen, zonder referentie naar de werkelijkheid. Mulkers benadrukt met zijn blauwe zee-structuur de “onaantastbaarheid” van de weergave van diepte.

Ook bij de schaal van Piet Stockmans (°1940) zien we hoe de diepte van de schaal wordt benadrukt door de gekleurde bodem.

Jacques Charlier (°1939) tenslotte, beeldt in 4 zeefdrukken de flamboyante PS politicus Michel Daerden af, die in 2012 overleed. (2006) Een ware 60’s revelatie in typische Warhol-stijl die humor en ironie toevoegt aan deze reeks werken.