Kunstpakket 10
Jacques Charlier (°1939) werkte bij de Provinciale Technische Dienst (STP, Service Technique Provincial) en maakte daar foto’s bedoeld voor het uitwerken van projecten voor de verbetering van wegen. Deze reeks “paysages professionels STP” (1972) is Charliers’ versie van de Pop Art, een stroming waar reclame en media worden binnengebracht in de kunst. De foto’s laten een verstedelijkt landschap zien met eenvoudige en scherpe vluchtlijnen. De inspringende en uitstekende delen van de gevels zorgen voor reliëf in het beeld.
Ook de andere kunstwerken in dit pakket spelen enerzijds met fijnzinnige en anderzijds minder subtiele visuele prikkels die diepte-illusie suggereren of reliëf oproepen.
De minimalistische ruimtelijke beeldtaal van Willy De Sauter (°1938) en Hugo Duchateau (°1938) werkt rustgevend. De drippings die aan Jackson Pollock doen denken in het werk van Duchateau, versterken de reliëfstructuur van het geschilderde raster. (1983)
De gemengde techniek die Paul Gees (1949) toepast in zijn tekening van een installatie uit steen, hout en metaal, zorgen ook voor oneffenheden op het oppervlak. (1992)
De harde zwart-wit fotografie van Jan Yoors (1922 – 1977) benadrukt de stofplooien in het hemd en de broek en in de glanzende golven van het haar. Zo wordt het volume van de kreukels en vouwen in het beeldoppervlak benadrukt.
Vincent Van Den Meersch (1912-1996) blijft bij het scheppen van diepte-illusie trouw aan zijn constructivistische stijl waarbij de volumes een aaneenschakeling van blokken uit een doos lijken. (1970/80)
Als afsluiter maakt Piet Stockmans (°1940) met de opengevouwen vaas de omgekeerde beweging: een 3D-object wordt gereduceerd tot een oppervlak met uitspringende bodem. (2009)